Humans of Overhoeks: Jozet van Sloten

Elke nieuwsbrief geeft Gemma Geurts een inkijkje in de verhalen achter de mensen die samen Overhoeks maken. Door iets in de buurt te doen, iets voor de buurt te doen of gewoon door er te wonen. Deze keer, buurtbewoner Jozet. “Zeven jaar geleden richtte ik de Buurteettafel op. Ik hou van koken en van mensen ontvangen. Samen eten is een leuke manier om mensen te leren kennen.”. Hieronder vindt u het hele interview:

2 februari 2023 sprak Gemma Geurts met haar overbuurvrouw in Overhoeks, Jozet van Sloten die bijzondere activiteiten onderneemt. Het gesprek vond online plaats omdat Jozet op bezoek was bij een van haar kinderen die op Bonaire woont.

Jozet, vertel ons wie jij bent!

Ik ben Jozet en woon sinds 2012 in Overhoeks. Ik woonde lang in Amsterdam-Noord in Nieuwendam in een grote eengezinswoning. Rond 2000 hoorde ik dat Shell wegging, dat was op een moment in mijn leven dat de kinderen uit huis gingen, ik scheidde en dichter bij de stad wilde wonen. Overhoeks leek me een geweldig project. Bij bezichtigingen ontmoette ik al mijn huidige buren. 

Ik heb HBS B (bèta) gedaan en de sociale academie. Ik begon als bewonersbegeleider Herhuisvesting voor Amsterdammers die vanwege stadsvernieuwing hun huis uit moesten. Dat was in de tijd van Jan Schaefer (Amsterdamse woningwethouder met uitspraken als: ‘In gelul kan je niet wonen.’ En: ‘Is dit beleid of hebben we hier over nagedacht?’) Bewoners van sociale woningen die in slecht staat verkeerden, kregen voorrang bij nieuwbouw. Met mappen vol bouwtekeningen ging ik langs in de Oosterparkbuurt, Oostenburg, Wittenburg en de Spaarndammerbuurt. Ze konden een woning uitkiezen. Ik vond het ontzettend leuk werk. Soms kregen ze een wisselwoning. Mensen zeiden vaak: ‘Ik wil terug naar mijn oude buurt.’ Herhuisvesting in het eigen stadsdeel is gegarandeerd, dus dat was geen probleem. Maar twee keer verhuizen is zwaar en vaak beviel de wisselwoning en vroegen ze: ‘Mag ik hier blijven?’ 

Ik maakte intern promotie en werd uiteindelijk beleidsadviseur stedelijke vernieuwing bij de gemeente Amsterdam. Ik was vooral bezig met de planning van stedelijke vernieuwing en de gevolgen voor de woningvoorraad. Hoe zorg je voor voldoende woningen voor alle inkomensgroepen? Hoe faseer je sloop en nieuwbouw met de beste kansen voor de mensen die hun huis uit moeten vanwege sloop? In mijn laatste functie deed ik hetzelfde werk vanuit de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties.

Je bent nu met pensioen, wat doe je zoal? 

Als je ouder bent ligt het tempo wat lager, dus er mag ook lekker gelummeld worden. Ik hou van lezen en schilderen.

Een dag in de week doe ik vrijwilligerswerk bij Stadsherstel. Ik onderzoek online de woonhistorie van Amsterdamse panden. Die beschrijf ik en ik interview oud-bewoners. Dat wordt gepubliceerd op de site van Stadsherstel. Toen het NACO-huisje vanuit Zaandam teruggesleept werd naar de kade achter CS, nodigde Stadsherstel me uit mee te varen. Op mijn 15e kocht ik mijn eerste kaartje bij het NACO-huisje, voor de overtocht naar Stavoren voor een fietsvakantie. 

Ik naai graag. Ik raap kapotte paraplu’s op van de straat. Daar maak ik tasjes en zadeldekjes van. Als je erop let vind je steeds meer. Zo vond ik ook veel handschoenen. Ik waste ze en in een giechelbui bedacht ik met een van mijn kinderen om ze uit te delen op de pont op de eerste koude dag van het jaar. De handschoenen waren zeer welkom. Sinds corona ben ik ermee gestopt. De overgebleven handschoenen brachten we naar de daklozenopvang van de Regenboog, ze waren er blij mee.

Zeven jaar geleden richtte ik de Buurteettafel op. Ik hou van koken en van mensen ontvangen. Samen eten is een leuke manier om mensen te leren kennen. Omdat ik bang was dat de Voedselautoriteit zou zeggen dat ik niet zomaar een restaurant mag beginnen, doe ik het onder de vlag van de Wijkvereniging, dan is het een besloten groep en mag het.

Ik heb een Goedemorgen-contact in de wijk. Wij zeggen elkaar elke ochtend via een app goedemorgen. We hebben de sleutels van elkaars huis en de telefoonnummers van elkaars kinderen. Ik was een keer ziek, toen haalde ze mijn medicijnen op. Soms zeggen we alleen goedemorgen, soms kletsen we. Een prettig contact dat de angst wegneemt dat je niet wekenlang dood in je huis ligt. 

Wat maakt dat jij iedere dag met veel plezier aan de slag gaat?

Ik ben zeer optimistisch geboren. Ik heb altijd overal zin in. Ik hou van recyclen en ik ben niet bang om dingen van straat op te rapen. Ik noem het klein geluk, ik word er echt blij van om iets een nieuwe bestemming te geven. Het grote geluk is niet voor mij weggelegd. Dat klinkt misschien dramatisch, maar is het niet, hoor. Ik heb geen partner, maar dat maakt ook dat ik met niemand rekening hoef te houden en alle vrijheid voel om gekke dingen te doen. Zoals die handschoenen en die paraplutasjes. 

Wat is het meest bijzondere wat jij meegemaakt hebt in Overhoeks?

Ik zing in het Overhoekskoor. Toen dat ter ziele dreigde te gaan heb ik het samen met anderen nieuw leven ingeblazen. We zijn blij met onze (nieuwe) leden en onze dirigentes, twee professionele jazzzangeressen. Wij zijn een laagdrempelig buurtkoor. Geweldig dat ze met ons willen werken. 

Heb jij nog tips voor de bewoners van Overhoeks?

Ik doe geen dingen voor de buurt, ik doe dingen omdat ik ze zelf leuk vind. Doe dus jezelf een plezier en met wat geluk inspireert het anderen.